‘Het in de ban doen van onze dansvorm is gewoon cancel culture’

Reportage

Zomercarnaval Het dansverbod op ‘vulgaire of aanstootgevende uitingen’, zaterdag op het Rotterdamse Zomercarnaval, riep reacties van boosheid en onbegrip op. „Dit is ónze cultuur en ónze vrijheid.”

De optocht van het Zomercarnaval trekt door Rotterdam.
De optocht van het Zomercarnaval trekt door Rotterdam.

Foto Walter Herfst

Kwame (45) is een van de aanvoerders van TriniConnection, de grootste carnavalsgroep die dit jaar meedoet aan het Rotterdamse Zomercarnaval. Op de Coolsingel – het is zaterdag eind van de middag – wordt de muziekwagen van zijn groep stilgezet, de muziek gaat uit. Kwame verzoekt de dansers in zijn groep, ‘de masqueraders’ te stoppen met dansen.

Dan spreekt hij de organisatie en de sponsoren toe, die op het balkon van het Rotterdamse stadhuis staan te kijken. Kwame, die niet met zijn achternaam in de krant wil, roept: „Ik heb een speciale aankondiging en ben geëmotioneerd. Deze organisatie kiest ervoor om vierhonderd jaar terug in de tijd te gaan, de tijd van de tot slaaf gemaakten. Dit is ónze cultuur en ónze vrijheid. Welkom bij de Caribische cultuur.”

Deze week ontstond er ophef over een aanpassing in het reglement van het Rotterdamse Zomercarnaval, waarin de organisatie onder andere aangaf een dansverbod te hanteren op ‘vulgaire of aanstootgevende uitingen’. […] ‘Sommige dansvormen kunnen mogelijk als provocerend worden ervaren, vooral als ze seksuele bewegingen bevatten die niet passen bij een familiair publieksfeest.’ Eerder al had de organisatie daarbij specifiek ‘bubbling’ genoemd, een dansstijl waarbij twee mensen met hun onderlichamen tegen elkaar aan schuren.

De nieuwe regels riepen veel reacties op. Op sociale media vielen veel mensen over het feit dat de organisatie bepaalde wat vulgair, ordinair of fatsoenlijk zou zijn. In de optocht liepen mensen mee met protestborden waarop stond: ‘Mijn voorouders zijn niet vulgair.’

Volgens Kwame probeert een aantal carnalvalsgroepen de organisatie al een jaar uit te leggen wat carnaval is. Carnaval is gestart vanuit de slavernij, toen het de tot slaaf gemaakten verboden werd zich uit te drukken, in welke vorm dan ook, zegt hij. „Wat je hier aan dansvormen ziet, is een culturele expressie daarvan. Die culturele expressie is een grondrecht.”

Tijdens dit carnaval kunnen de deelnemers even ontsnappen aan het dagelijks leven. „Onze zorgen geven we over aan de straat. Het in de ban doen van onze dansvorm omdat een aantal carnavalsgroepen te ver is gegaan vorig jaar, is gewoon cancel culture.”

Een man met een protestbord tijdens de optocht van het Zomercarnaval.
Foto Walter Herfst

Draaien met de heupen

Kwame duidt op het verbod van de organisatie dit jaar op ‘winen’, ook wel ‘grindin’ genoemd: het draaien met de heupen of tegen iemand anders aan ‘schuren’, omdat dit niet op het Zomercarnaval als ‘familiefeest’ zou passen. Kwame: „We begrijpen dat voor mensen die onze danscultuur niet kennen, dit als onzedelijk gedrag kan worden gezien. Maar een hele cultuur bestempelen als ‘vulgair’ is schandalig. Als je terugkijkt naar de geschiedenis, zijn we al eerder op dit punt gekomen. Ten tijde van de slavernij en het kolonialisme was er een ‘master’ die bepaalde wat we wel en niet mochten doen. Nu gebeurt dat weer. Wat zegt dat over ons? Als zwarte mensen hebben we helemaal niks bereikt.”


Lees ook: Verbod op ‘bubbling’ roept herinneringen op aan andere verboden dansstijlen

Ook Judith Brown (56), lid van een internationale groep en speciaal overgekomen vanuit Londen, waar veel Caribische dansgroepen zijn, zegt: „Niemand heeft ons ooit verboden te ‘winen’. Op Saint Vincent [eiland in de Cariben] zijn we ermee grootgebracht. Mijn ouders leerden me hoe te dansen en mijn zoons, die nu in een brassband spelen, zijn opgegroeid met carnaval. Dit is zo verkeerd in dit land. Over een paar weken vieren we ook Caribisch carnaval in Notting Hill. In Londen winen we zelfs met de politie. Tegenwoordig is dit het enige wat men van ons weet: hoe we dansen, maar niks over de oorsprong ervan. De Gay Pride kan ook als seksueel provocerend worden gezien. Waarom is het bij ons een probleem?”

Laat mensen hun cultuur uitdragen, zolang iedereen maar respectvol is

Felgekleurde kostuums

In felgekleurde kostuums begroeten carnavalsdansers tijdens het Zomercarnaval zaterdag hun kennissen, vrienden en familie die zich verzameld hebben langs de route in Rotterdam.

Foto Walter Herfst

In de optocht lopen ook een paar handhavers in uniform mee, zoals Gina De Otter (17), samen met haar moeder Jannie (52) en haar twee collega’s Lara (21) en Kyelene (23), die liever niet met hun achternaam in de krant willen. Gina mag pas op haar achttiende officieel als handhaver aan de slag, maar zegt over het verbod op ‘winen’: „Iedereen moet gewoon vrij kunnen zijn. Het is een feest. Als kind ging ik ook mee.”

De restrictie roept veel onduidelijkheid op, mensen zijn terughoudend – wat mag wel en wat niet? Gina Darnoud (35): „We zijn bang om ons uit te spreken, terwijl carnaval zo iets leuks moet zijn. We willen gewoon het carnaval vieren zoals we dat al veertig jaar doen. Laat mensen hun cultuur uitdragen, zolang iedereen maar respectvol is.”


Lees ook: Twee schietpartijen op Zomercarnaval Rotterdam, drie gewonden en drie arrestaties

Naomi Jacobs (39) loopt samen met haar zoon Zion (3) in een kindergroep, het is zijn eerste carnaval. Naomi toont enig begrip voor het verbod. „Ik kan me voorstellen dat het voor kinderen aanstootgevend kan zijn, bubbling doe je eigenlijk in een club.”

Haar vriend Julien Werleman (39), die de kindergroep leidt, zegt: „Bubbling heeft helemaal niks met carnaval te maken. Bubbling is eigenlijk dancehall, een ander muziekgenre. Soca of tumba, dát is de carnavalsmuziek van de Antillen. Natuurlijk zijn er grenzen. Maar wat we de kinderen leren is niet vulgair. Socamuziek wordt nu bestempeld als iets vulgairs en dat is heel jammer.”

Dansende mensen tijdens Zomercarnaval in Rotterdam.
Foto Walter Herfst

Jamboli Mutuka (48) heeft zijn vrouw en kinderen meegenomen, om carnaval te gaan kijken op de Nieuwe Binnenweg. „Dansen doe je met je lichaam, niet met je hoofd”, zegt hij. „Waar ik vandaan kom, Kameroen, dansen we zo. Zo zag ik mijn ouders ook dansen toen ik klein was, met hun heupen.” Zijn kinderen, 5 en 6 jaar oud, zijn voor het eerst mee dit jaar. „Dansen waarbij de genitaliën met elkaar in contact komen, dat vind ik iets anders. Dat hoeven mijn kinderen niet te zien. Maar aan de andere kant: als ze dat willen zien, kijken ze het toch wel: op tv of via TikTok.”

Wil Roodkerk (67) is uit Maassluis gekomen. Zij heeft begrip voor de beperkingen die de organisatie heeft opgelegd aan bepaalde danssoorten. „In de Caribische cultuur is dat normaal. Maar ja, als wij ergens komen, moeten wij ons toch ook aanpassen? Het dansen vind ik echt schitterend, Zomercarnaval is een enorme belevenis. Maar zo tegen elkaar aan dansen, dat hoeft echt niet.”

Peter Sas (77), een rasechte Rotterdammer, kan het allemaal weinig schelen. Op een terras aan de Mathenesserlaan, leest hij zoals elke zaterdag de krant. „Ze gaan hun gang maar”, zegt hij. „Wat maakt het uit, die ene dag in het jaar?”